Zoek
Sluit dit zoekvak.

‘Ode aan de Twijfel’ belicht de waarde van twijfel vanuit kunst, filosofie en de visie van jongeren.

‘Zonder twijfel is kunst betekenisloze productie’

Interview Efrat Zehavi

Efrat Zehavi en filosoof Kamel Essabane werkten samen met 25 jongeren en kunstvakdocent Jan Varossieau van het Wolfert Tweetalig in Rotterdam. Elten Kiene heeft één les gegeven.

Efrat Zehavi, jij hebt samengewerkt met leerlingen van het Wolfert Tweetalig Rotterdam. Hoe heb je daar invulling aan gegeven?
Ik heb twee inspiratielessen gegeven. Omdat ik veel twijfelde, veranderde ik steeds van mening over wat ik wilde maken, dus twijfel werd op dat niveau al deel van het project. Ik heb onder andere over mijn eigen twijfels verteld, die te maken hebben met mijn kunstpraktijk en mijn familie. Vervolgens vroeg ik de leerlingen om vragen te stellen aan hun eigen familie, in korte interviews, en zich af te vragen op wie ze het meest lijken qua karakter en uiterlijk. We denken dat we onze familieleden kennen, maar als je ze eenmaal vragen begint te stellen, ontdek je vaak een heel andere kant van de mensen die dicht bij je staan. Ik voer in mijn performances veel gesprekken met mensen over familierelaties, en ik hoor vaak dat mensen na de dood van hun ouders een dagboek vinden of andere informatie waaruit een heel ander beeld ontstaat. Het is ook niet verrassend: we hebben onze ouders als kinderen leren kennen, toen we nog niets begrepen van de volwassenwereld. We weten nooit precies waarom ze doen wat ze doen.

Wat is voor jou de relatie tussen jouw kunstpraktijk, je familie en twijfel?
Mijn beide ouders waren kunstenaars. Mijn vader heeft altijd geschilderd en animatiefilms gemaakt. Dat deed hij niet voor zijn werk, maar uit liefde; vanaf mijn geboorte heb ik hem dat zien doen. Mijn moeder is dichter en schrijver, en ook erg geïnteresseerd in beeldende kunst. Ik groeide op met de vanzelfsprekendheid van het belang van kunst. Al vanaf mijn vierde wist ik dat ik ook kunstenaar wilde worden, en ik droomde van de kunstacademie. Dat was ongewoon, een kind van vier denkt nog niet na over wie ze is of wat ze later wil doen.

Later ging ik naar de academie. Pas daar begon ik te twijfelen of ik wel een kunstenaar was. De gesprekken waren heel anders dan in mijn familie. ‘Ik maak kunst ‘like eating and shitting’, zei ik altijd; ik doe het omdat ik leef. Op de opleiding moest ik me opeens een kritische blik aanmeten, ik moest concepten bedenken en uitleggen wat en waarom ik deed. Dat heeft me gebroken. Vroeger was het vanzelfsprekend om te schilderen, maar nu begon ik te twijfelen. Ik twijfelde of mijn kunst wel goed was, of ik bij de hedendaagse kunstwereld hoorde, of mijn werk betekenis had. Mijn jeugddroom was kapot. Alles wat ik belangrijk vond en alles wat ik dacht te zijn, heb ik weggegooid.  

Hoe ben je uit dat dal geklommen?
Het gesprek bleek de weg omhoog. De onzekerheid die de academie bij me opriep richtte ik naar binnen en bracht daar veel schade aan. Het verlamde me helemaal, ik verloor het plezier in dingen maken, wilde niets meer doen. Op een gegeven moment draaide ik het om, ik begon de worsteling en de vragen met anderen te delen. Dat bleek de game changer. Dit keer ontplofte mijn twijfel in positieve zin, in iets creatiefs, in nieuwe energie. Op het moment dat ik anderen voor me had in een gesprek, of wanneer ik mensen kon portretteren, veranderde alles. Dat werd vanaf toen mijn kunstpraktijk, en ik doe het nog steeds, deze vorm van gesprekken voeren.

Klein voorbeeld: in 2010 werd hersenwetenschapper Dick Swaab ineens heel beroemd. Hij werd in alle media geïnterviewd met zijn boodschap ‘wij zijn ons brein’, oftewel, alles wat we doen wordt gedetermineerd door onze hersenen, die al volledig gevormd zijn als we drie jaar oud zijn. Dat idee deprimeerde me, het haalde alle betekenis uit het leven. Alles lag dus al vast, het deed er niet meer toe wat ik deed. Door er met anderen over te spreken in gesprekken – interviews noem ik het niet – kwam ik daar weer uit.

De Twijfel Tafel waaraan het publiek kan deelnemen tijdens de manifestaties van Ode aan de Twijfel is daar ook een voorbeeld van. Ik noem het een performance, omdat ik er geen ander woord voor heb, maar misschien is ‘gespreksperformance’ beter.

Dus als iemand anders helemaal niet twijfelt – Dick Swaab bijvoorbeeld – sla je dicht? In die zin is de twijfel een manier om ervoor te zorgen dat je open blijft staan voor de wereld.
Ja, maar het is ook mijn zwakte. Ik ben té open, denk ik. De wereld komt heel hard bij mij binnen. Ik open een boek en raak door alles wat ik lees of zie geïnspireerd. Dat klinkt misschien mooi, maar het is lastig als je eigen mening bij elke lectuur onderuit wordt gehaald. Door het praten met anderen onderdeel te maken van mijn werk, vind ik een balans. Zo wordt mijn twijfel deel van het werk, dan verlamt het me niet meer. Ik ben benieuwd hoe anderen over dingen nadenken. En dat is nooit saai. Het maakt niet uit met wie ik praat, een kind in het park, een professor, een schoonmaker: ik doe altijd nieuwe inzichten op.

Wordt dat nooit routineus? Hoe blijf je open staan voor de ander?
Het kan nooit routine worden, omdat de ander altijd verrast in zijn eigenheid. Zelfs mijn eigen partner kan me nog verrassen. Ter voorbereiding op mijn performances heb ik hem een paar keer geïnterviewd, en al ken ik hem al jaren, toch waren zijn antwoorden weer onverwacht, omdat ik hem vragen stelde die ik normaal nooit stel. Dat is het mooie aan de twijfel, dat het je vragen doet stellen. Dat constateerde ik ook in gesprek met mijn ouders. We hebben allemaal oordelen over onze ouders, over de keuzes die ze maakten en die ons hebben gemaakt tot wie we zijn. Maar wie vraagt hen ooit: waarom doe je dat? Hoe denk je over…?

Dus twijfel is belangrijk voor een kunstenaar?
Voor een goede kunstenaar is twijfel noodzakelijk. Zonder twijfel verval je in maniërisme of betekenisloze productie. Een kunstenaar produceert nooit alleen maar. Ik kan niet eerst een concept bedenken en dat dan zonder aarzelen precies volgens plan uitvoeren. Als ik dat probeer, lijd ik het hele proces lang; mijn hersenen en hart zijn leeg. ik noem mezelf weleens een knutselares; voor mij ligt de betekenis in het maken. Bij elke stap je afvragen of het goed is, of het interessant is. De handen en het lichaam vertellen je dingen die geen enkele twijfel weg kan nemen.

Je kunt dat ook omschrijven als blijven kijken. Van Gogh heeft een heleboel bloemen geschilderd, en hij bleef kijken, hij bleef zich afvragen: is dit groen, of zit er ook een beetje bruin bij? Een goede kunstenaar leert twijfels wakker te maken. Maar dat is een goede vorm van twijfel. Er is ook slechte twijfel, waar ik veel aan lijd. Dan verval ik in nihilisme en wil ik helemaal niets meer. De Twijfel Tafel is een manier om de balans te vinden, om er iets goeds van te maken. Misschien is dit wel het begin van een langdurig nieuw project.

(tekst: Persis Bekkering)

website Efrat Zehavi: www.efratzehavi.nl

Kunstwerk 'Doubt table' van Efrat Zehavi